COLUMN - Nadat we Christiane’s huis na haar overlijden eindelijk leeg hadden – het heeft ons al met al tien weken gekost – ben ik in mijn eigen huis aan de slag gegaan. De exemplaren die ik uit de bibliotheek van Chris had meegenomen, pasten niet meer in mijn boekenkast; mijn eigen boeken pasten er eigenlijk al een paar jaar niet allemaal meer in.

In het afgelopen jaar was er een boel blijven liggen. Overal bevonden zich stapels papier en knipsels, de tuin had een grote beurt nodig, en de tuinstoelen waren helemaal grijs uitgeslagen. Mijn schoenenrek was veranderd in een stofnest, de kledingkast hing bomvol. En waar moest ik al die geërfde fotolijstjes laten? Ik had amper plek op mijn muren.

Voorjaarsopruiming, dus! Telkens blijkt dat ik heel blij wordt van klussen in het huis. Inmiddels heb ik drie boekenkasten uitgemest, de stapel dozen uitgezocht die godbetert al tien jaar onder de eettafel verstopt stonden, de tuinmeubels opgeknapt, alle videotapes en cassettebandjes weg gemieterd, en stapels papier de deur uitgedaan. Het schoenenrek is verplaatst, en alle schoenen zijn schoongemaakt. Mijn lange leren jas is weer zwart, alle snoeren van computers en toebehoren zijn ontward en weggewerkt. Ik heb een plan voor de kledingkast en voor een fotolijstenmuurtje.

Natuurlijk is die opruiming ook symbolisch: ik maak mijn leven weer van mij. Ik ontdoe mezelf van rommel die in de loop der jaren is blijven hangen, veeg overal het stof weg, poets mijn spullen weer op en zorg dat een flink deel van alle dagelijkse kleine ergernissen verdwijnt. De deur die altijd zo piepte, opent nu zonder morren. Ik kan nu makkelijk bij de woordenboeken en bij de lakens. Mijn bureau is weer leeg,

Een kennis zei het mooi, nadat ik de stapels dingen had weggewerkt die zich op de grond voor mijn boekenkast had verzameld – komen er mensen eten, dan haal je de tafel voor de gelegenheid leeg en leg je een stapeltje dingen ‘even’ op de grond, heus, ’t is maar tijdelijk, en toch komen ze vervolgens nooit meer van hun plaats, omdat die lege tafel zo prettig oogt. De kennis zei: ‘Het huis wordt er stiller van. Die spullen houden eindelijk hun mond, ze roepen je niet de hele tijd toe: alsjeblieft, dóe toch iets met mij!’

Het geeft rust, helderheid en stilte in mijn hoofd. Plus dat ik ineens weer weet waar alles staat, en nu terdege besef dat ik de eerste jaren heus geen nieuwe schoenen, tassen of kleren hoef te kopen: ik kwam al doende allerlei vergeten – soms zelfs nooit gedragen – schatten tegen.

Afgelopen week heb ik Christiane’s trouwring naar de juwelier gebracht. Hij was mij te groot, zodat ik hem na haar overlijden aan een schoenveter om mijn hals droeg. Omdat ik hem nog niet kon missen, stelde ik de vermaking steeds uit. Nu is hij eindelijk verkleind, en zit hij naast mijn eigen trouwring om mijn vinger.

Alles valt langzaam weer op zijn plaats.

Deze column van Karin Spaink verscheen eerder in Het Parool.

Reacties (4)

#1 Kalief

Hoe besluit je welke boeken weg kunnen?

Als ik een opruimaanval krijg hanteer ik het criterium: ken ik het al + heb ik het de afgelopen drie jaar niet gelezen + ga ik het de komende drie jaar niet lezen: ja dan weg.

  • Volgende discussie
#2 DrBanner

Stukje doet me denken aan deze sketch
https://www.youtube.com/watch?v=KzwFmwL9J7U

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Karin Spaink

@1: Veel tijdschriftverzamelingen zijn eruit, plus allerlei sptapeltjes van dingen, oude video- en cassettebandjes, en god weet wat al niet.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 Joop

De vaak emotionele band maakt het moeilijk afstand te nemen van boeken. Gelukkig heb ik via de VK een e reader en heb ik daar >1000 boeken op staan -gesorteerd uit een totaal van ongeveer 5000 titels. Dan kan dus de papieren versie weg. En dat scheelt een hoop! Ondertussen koop ik minder boeken maar benut ik mijn bieb pas.

  • Vorige discussie