Onderwijsdeelname per type in afgelopen eeuw

ACHTERGROND - In het boek Gouden jaren schrijft Annegreet van Bergen hoe ons leven in een halve eeuw onvoorstelbaar is veranderd. Het hoofdstuk over onderwijs begint met de vaststelling dat kinderen vroeger productiemiddel of investeringsgoed waren: tegenwoordig zijn ze primair consumptiegoed. Ouders willen er vooral plezier aan beleven. Met zo’n inleiding over onderwijs lees ik graag door.

Ze schrijft over de Mammoetwet, de Schoolkeuzetest, de Moedermavo en Steeds meer studenten. Met name de schoolkeuzetest zorgde ervoor dat de onderwijskeuze minder sociaal bepaald werd, en ze noemt daar diverse voorbeelden van uit eigen ervaring en uit literatuur. Over de Cito-toets schrijft ze:

Inmiddels heeft de Cito-toets de functie van de schoolkeuzetoets overgenomen. Vooral voor kinderen uit allochtone milieus is hij nog steeds erg belangrijk. Wanneer er was geluisterd naar zijn juf van de basisschool, was Mano Bouzamour (1991) op het vmbo terechtgekomen. Maar volgens de Cito-toets kon deze zoon van analfabete Marokkaanse ouders naar het vwo. In zijn boek De belofte van Pisa schrijft Bouzamour vooral over zijn wilde jaren, maar hij laat ook zien dat de Cito-toets het bij het rechte eind had: hij slaagde voor zijn atheneumdiploma.

Vandaag viel mijn oog op deze grafiek, uit een rapport van de NRO, over de onderzoeksprogrammering voor de komende jaren. De grafiek bevestigt het verhaal over de grote veranderingen in het onderwijs in de laatste vijftig jaar, maar laat tegelijkertijd zien dat deelname aan het hoogste niveau eigenlijk heel constant is gebleven. Vanaf de invoering van de Mammoetwet is te zien dat een steeds groter percentage naar de havo gaat: het percentage vwo-ers (of wat daarmee vergelijkbaar was) is in al die jaren nauwelijks veranderd.

Deelname aan schooltypen historisch
 
Bron: NRO (2014). Programmaraad voor Beleidsgericht Onderzoek (ProBO). Onderzoeksprogramma Beleidsgericht Onderwijsonderzoek 2014 – 2016

De auteurs van de Programmaraad schrijven dat de groei van de deelname aan de hogere vormen van voortgezet onderwijs tegelijkertijd een keuze is tegen beroepsgerichte inhouden. Na een opleving na de Tweede Wereldoorlog daalt de deelname aan beroepsgerichte schooltypen (ambachtsschool/lbo/lhno) in het vo gestaag. Ingegeven door de groei van de onderwijsdeelname van opeenvolgende generaties tekent zich een verschuiving af in onderwijsroutes en behaalde onderwijsniveaus.

Het document is bedoeld als basis voor nieuwe onderzoeksvoorstellen, Het bevat zowel een korte terugblik op bestaand onderzoek naar vier thema’s en suggesties voor onderzoeksthema’s. Zeer interessant.

Originele publicatie (pdf)

Dit bericht verscheen eerder op Onderwijs in grafieken.

Reacties (2)

#1 roland

Onvoorstelbaar veranderd?
We lezen juist dat veel onveranderd bleef, zoals:
“Wanneer er was geluisterd naar zijn juf van de basisschool, was Mano Bouzamour op het vmbo gekomen. Volgens de Cito-toets kon deze zoon van analfabete ouders naar het vwo.”

  • Volgende discussie
#2 Derpjan

Dit laat toch een ander plaatje zien voor de periode 1990-2010. Blijkbaar is er juist recentelijk veel veranderd en houden verschillende overheidsorganen er nogal verschillende definities van de HAVO op na (minder leerlingen op de HAVO dan op het VWO, hoe komen ze daarop en hoe kan het dan dat er meer HBO dan WO studenten zijn?)

  • Vorige discussie