Journalistiek en drugs: een hoofdpijndossier

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
,

Drugshandel en georganiseerde criminaliteit zijn twee onderwerpen die in grote mate het nieuws over Latijns-Amerika beheersen. Er is echter veel mis met de verslaggeving over beide onderwerpen. In sommige landen lopen verslaggevers grote risico’s als ze zich in de onderwerpen verdiepen. Maar ook de nieuwsvoorziening zelf laat veel te wensen over. Het Knight Center for Journalism in the Americas publiceerde er een boek over, waarin het probeert de problematiek van journalistiek en drugs in kaart te brengen.

De eerste zin van het voorwoord in Coverage of drug trafficking and organized crime in Latin America and the Caribbean (gratis download) trekt meteen mijn aandacht. Rosental Calmon Alves, directeur van het Knight Center for Journalism in the Americas, opent met “The 8th Austin Forum on Journalism in the Americas started hours after the assassination of a 21-year-old photojournalist of the Ciudad Juarez newspaper El Diario.” Die 21-jarige fotojournalist was Luis Carlos Santiago. Ik leerde hem september vorig jaar kennen, toen ik voor het eerst Ciudad Juárez bezocht. Een paar weken later, op bezoek bij de redactie van Trouw, hoorde ik plotseling dat hij was vermoord. Van dichtbij doodgeschoten, van de daders ontbreekt nog steeds ieder spoor. Het was de eerste keer dat ik me persoonlijk bij het geweld tegen journalisten in Mexico betrokken voelde.

Luis Carlos was een van de 74 journalisten die sinds 2000 in Mexico zijn vermoord. Sinds dat jaar zijn ook nog 13 verslaggevers in het land verdwenen. Mexico is daarmee het dodelijkste land op het Westelijk Halfrond voor journalisten. Een groot deel van dat gevaar wordt toegeschreven aan het drugsgeweld in Mexico, dat met name sinds 2008 het land beheerst. Inderdaad is Mexico een land waar verslag doen van de drugshandel en het drugsgeweld voor veel journalisten levensgevaarlijk kan zijn.

Gebrekkige verslaggeving
De drugshandel beperkt zich echter natuurlijk niet alleen tot Mexico. In heel Latijns-Amerika zijn de drugshandel en de door de Verenigde Staten in 1971 begonnen War on Drugs een problematisch onderwerp voor journalisten. Niet alleen omdat reporters gevaar lopen, zoals in Mexico. De verslaggeving over drugs in Latijns-Amerika is veelal gebrekkig, ontbeert context ontbeert en veelal vervalt in sleetse narratieven of sensatiezucht.

Coverage of drug trafficking and organized crime in Latin America and the Caribbeanprobeert die problematiek kernachtig samen te vatten in minder dan 80 pagina’s. Het Knight Center of Journalism in the Americas publiceerde het werk naar aanleiding van het 8ste Forum for Journalists in the Americas, dat vorig jaar september werd gehouden in Houston. Het boek is opgebouwd uit een beschrijving van de conferentie in Houston en enkele langere artikelen over journalistiek en drugshandel, geschreven vanuit de perspectieven van journalisten in landen als Colombia en Mexico.

Geweld
Coverage begint met de gebruikelijke opsomming van problemen die journalisten direct treffen in Latijns-Amerika: bedreigingen, intimidaties, geweld, verdwijningen en moord behoren in enkele Latijns-Amerikaanse landen inmiddels tot de dagelijkse realiteit voor journalisten. De aanleiding is lang niet altijd het drugsgeweld, maar kan ook van politieke aard zijn. Wel is duidelijk dat het toegenomen drugsgeweld in Mexico en Centraal-Amerika en het totale gebrek aan bescherming vanuit de overheid in die landen steeds meer bijdraagt aan de moeilijke situatie van journalisten aldaar. Hier hebben de regeringen een belangrijke verantwoordelijkheid: de vrije pers moet in staat worden gesteld haar werk te doen. Zolang de rechtsstaat niet kan worden gegarandeerd in een land als Mexico, blijven journalisten die de drugshandel verslaan een potentieel doelwit voor geweld en intimidaties.

Het geweld tegen journalisten krijgt van correspondenten en bureauredacties in de Verenigde Staten en Europa volop aandacht. Minder interesse is er in de inhoudelijke problemen van journalistiek in tijden van drugsoorlog. En juist daar besteedt Coverage broodnodige aandacht aan.

Context en narratieven
In de eerste plaats, zo constateren de auteurs, is er het gebrek aan context. Journalisten en correspondenten in Latijns-Amerika kijken zelden verder dan de lokale situatie. Een verslaggever die in de Mexicaanse deelstaat Sinaloa met gevaar voor eigen leven de gangen van de lokale drug lord Joaquín ‘El Chapo’ Guzmán volgt, kijkt niet of nauwelijks naar de situatie in heel Mexico, laat staan over de grens. Maar ook reporters van landelijke kranten en correspondenten beperken zich veelal tot lokale omstandigheden. De berichtgeving lijdt daaronder, omdat de drugshandel zelf zich logischerwijs niets van landsgrenzen aantrekt. “Drugs and organized crime have become so complex that simply covering them the same way won’t cut it anymore,” schrijft Tyler Bridges, voormalige correspondent van de Miami Herald in Lima. Journalisten moeten internationaler kijken en de complexiteit van het fenomeen onderkennen.

Die complexiteit weerspiegelt zich niet in de verslaggeving, stellen de auteurs. Verhalen over de drugsoorlog worden vooral door misdaadverslaggevers geschreven, terwijl de drugshandel veel meer is dan alleen maar een crimineel probleem. Het is een maatschappelijke, politieke, zelfs culturele kwestie. In een van de interessantste bijdragen aan het boek stelt de Colombiaanse journalist Álvaro Sierra dat het cops and robbers-discours de drugshandel te veel simplificeert: “The result of assigning the drug trade beat to crime reporters is that society does not get access to an alternative narrative from that promoted by the authorities or imposed by the traffickers.”

De heersende narratieven maken de verslaggeving gebrekkig, stelt Sierra: “The lack of an independent narrative in the media about drugs is perhaps the most notable paradox in the news coverage of drugs.“ Hij haalt de Colombiaanse auteur Francisco Thoumi aan, die stelt dat “’a moral model’ prevails in the United States that ’demonizes drugs and the individuals who advocate for drug legalization’ while in the Andean countries the prevailing model is one that “demonizes the United States and its harsh policies […] This has contributed to the reinforcement of two almost symmetrical clichés, not only among wide sectors of public opinion on both ends of the continent but also among those who make policy.”

Couleur locale
De omgang met gegevens is een ander probleem. Welke statistieken kloppen? Welke officiële gegevens moeten we betwijfelen of juist vertrouwen? Welke alternatieve informatie is beschikbaar en hoe kunnen we die beoordelen? In Mexico is de trend steeds vaker dat, mede door het gevaar dat verslaggevers lopen, persberichten van de overheid vrijwel letterlijk en kritiekloos worden overgenomen. Criminele groepen hebben verder niet de gewoonte de media van betrouwbare gegevens te voorzien, waardoor echt waardevolle informatie over de drugsoorlog moeilijk te verkrijgen is. Het resultaat is dat bijvoorbeeld correspondenten vaak terugvallen op zuiver anekdotisch materiaal. Veel couleur locale levert spannende stukken op, maar zonder (controleerbare) details helpen dergelijke verhalen niet de drugshandel te duiden of begrijpelijker te maken.

Onder dat laatste lijdt met name de beeldvorming omtrent Mexico. Het land wordt gezien als algemeen levensgevaarlijk, terwijl het moordcijfer nog steeds veel lager is dan dat van Colombia, Guatemala, Venezuela of zelfs het ‘sexy’ Brazilië. Slechts een relatief klein gedeelte van Mexico wordt daadwerkelijk door drugsgeweld geteisterd. De idee dat Mexico door de drugshandel een ‘falende staat’ zou zijn geworden is ver verwijderd van de werkelijkheid (vergelijk Mexico met Somalië of Aghanistan en je begrijpt waarom), maar wordt buiten Mexico serieus genoeg genomen om zelfs hele conferenties over te organiseren. Eenzijdige en slecht onderbouwde publicaties in buitenlandse media zijn daar grotendeels debet aan.

Droomscenario
Coverage of drug trafficking and organized crime in Latin America and the Caribbean slaagt erin in slechts 80 pagina’s in een redelijk goed doorwrocht beeld te geven van de problemen van journalistiek in tijden van drugsoorlog. De combinatie van onderzoeksrapporten, persoonlijke ervaringen van de auteurs en heldere analyse maken het meer dan het zoveelste rapport over het onderwerp.

De omgang met drugs is een van de grote thema’s van onze tijd, zeker in Latijns-Amerika. De in 1971 door Richard Nixon ontketende drugsoorlog heeft de wereld een astronomische hoeveelheid geld kost en vele duizenden slachtoffers geëist, maar heeft het drugsprobleem niet opgelost. Een nieuwe aanpak is nodig, maar zonder goede informatievoorziening blijft dat een utopie. De journalistiek kan en moet daar een belangrijke bijdrage aanleveren. En zoals Coverage constateert, is ook daar vooralsnog geen sprake van.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op De Nieuwe Reporter

Reacties (2)

#1 auslaufmodelle mbt

laat staan over de grens. Maar ook reporters van landelijke kranten en correspondenten beperken zich veelal tot lokale omstandigheden. De berichtgeving lijdt daaronder, omdat de drugshandel zelf zich logischerwijs niets van landsgrenzen aantrekt. “Drugs and organized crime have become so complex that simply covering them the same way won’t cut it anymore,” schrijft Tyler Bridges, voormalige correspondent van de Miami Herald in Lima. Journalisten moeten internationaler kijken en de complexiteit van het fenomeen onderkennen

  • Volgende discussie
#2 Rob

Goed verhaal. Ik weet dat de stukjes van Jan-Albert niet ontzettend veel reacties ontvangen, maar ik lees ze graag en spreek dan ook graag een keertje mijn waardering uit.

  • Vorige discussie