Hoog niveau bij Amsterdamse Popprijs

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Amsterdamse Popprijs Men zegt soms wel eens dat popprijzen nergens toe doen. Jarenlang heerste er een smet op bijvoorbeeld de Grote Prijs van Nederland, waarbij de winnaars gedoemd waren uiteen te vallen nadat ze het prijzengeld, het platencontract en de vele optredens binnen hadden gesleept. Het was dan vaak ook beter om tweede te worden bij deze prijs zodat men in de schaduw van de eerste in alle luwte kon werken aan de opbouw van een oeuvre. Er zijn ook genoeg prijzen, of misschien zelfs wel te veel, zoals vaker wordt geopperd, maar vaak blijkt dat er genoeg publiek voor op de been te brengen is, het zal wel iets te maken hebben met het competitieve in de menselijke aard. Tenminste, wanneer je een prijs goed organiseert en er ook wat te verdelen valt, wordt er veel publiek getrokken.

En dat deed de Amsterdamse popkoepel Stichting Grap vorige week voor het twaalfde achtereenvolgende jaar met haar Amsterdamse Popprijs. In onder andere Studio Desmet, Studio 80 en OT301 werden maar liefst vijf voorrondes georganiseerd waar zes bandjes acte de présence gaven. Het prijzenpakket bestaat uit studiotijd, een waardecheque van € 500,- voor apparatuur en 100 promo cd’s en dat mag toch een aardige opsteker genoemd worden. Bovendien spelen de halve finales zich af in Paradiso (23 en 24 okt.) en de finale in de Melkweg (24 nov.).

Dat het begrip pop erg breed is, was te zien aan de diversiteit van de bands op de verschillende podia. Zowel hardrock, reggae, ska, soul, funk en poprock waren vertegenwoordigd en dat maakte het voor de jury, bestaande uit een aantal duistere figuren uit de Amsterdamse muziekscene soms lastig om niet bevooroordeeld haar keuze te maken. Want laten we wel wezen, over smaak valt niet te twisten. Maar, de opdracht van de Grap was helder; het ging bij de keuze om potentie, uitstraling en niveau en in dat laatste was natuurlijk al een voorselectie door de Grap verricht uit de talloze inzendingen. Voor hiphop en R&b bestaat een aparte competitie onder de noemer Wanted.

De winnaar van de eerste voorronde in Desmet was Furio. Een band die bestaat uit ex-leden van onder andere de Travoltas, Anacondas en The House of Destructo. Gelouterde muzikanten dus die stevige rock produceren. Elementen van AC/DC komen aan bod, maar ook is ergens ver weg Motorhead te horen. De zang van Danny is zuiver en mist soms de rauwheid die bij speedrock thuis hoort. In 2005 brachten ze hun eerste EP uit, A hit is a hit.

In Studio 80 won Collect Call From Mars, een combinatie van powerrock met hier en daar soulzang van zangeres Jennifer Struikenkamp. Eind 2006 pas opgericht en daardoor nog geen volledig album afgeleverd en nog maar weinig optredens achter de rug.

De derde voorronde in Volta kende een sterk deelnemersveld; technisch goed onderlegd en de creativiteit van de bands was hoog. Toch was de jury unaniem in haar beslissing aan het eind van de avond. Alura kreeg de meeste punten en dat was voor een groot deel te danken aan de charismatische zangeres Laura Schoegje die het publiek makkelijk voor haar weet in te palmen. De muziek van Alura laat zich het best omschrijven als een herinterpretatie van Skunk Anansie en Guano Apes. Ook deze band bestaat pas sinds eind 2006, maar bracht in juli dit jaar haar eerste naamloze EP uit.

Roodkapje & het Blauwe Gevaar is een jonge band die nederrock maakt en veel humor in haar muziek legt. Zij wisten de jury in OT301 te overtuigen dat ze in ieder geval de hardst rockende band van de avond waren, een titel die ze zichzelf hebben toebedeeld voor heel Nederland. De leden zijn allen 19 jaar en hebben dit jaar al hun debuutalbum uitgebracht dat simpelweg Het blauwe gevaar heet. Zelf noemen ze Fugazi als hun grootste inspiratiebron, maar dat is niet echt terug te horen. Drummer Mathijs speelt tevens in Aestivation, ook een jonge band die op dit moment hard aan de weg timmert.

De laatste voorronde vond plaats in JC de Valk. A Dog called Phenix verraste het publiek met een new wave achtige uitvoering van Bronski Beat’s Smalltown boy en wist daarmee de winst van de avond te pakken. A Dog called Phenix maakt muziek die ergens in het midden ligt tussen the Queens of the Stone Age en de Foo Fighters. De band herrees uit de punkformatie State of the Eye en heeft ondertussen al op een aantal grotere podia gestaan zoals Paradiso, P60 en het Paard. Nog geen album, maar wel een goed PR machine; zowel de outfit van de heren op het podium als hun website zien er goed verzorgd uit.

Naast deze prijswinnaars werden er in de voorrondes zes wildcards voor de halve finales vergeven en deze gingen naar: Mode Selector, Jinx, Moodak, Captain Krisp & The Pirates, T.I.F.T. en Usquaire. Met toevoeging van de winnaar van de Winston Popprijs, Moor Green ontstaan er dus twee halve finales met in totaal twaalf bands. Ik denk dat de winnaar van de Amsterdamse popprijs uit A Dog called Phenix, Alura en Furio zal worden gekozen, waarbij Usquaire nog wel eens een verrassende outsider kan zijn. Met een beetje begeleiding kan deze jonge funk/soulband met een uitmuntende zangeres Amber, nog wel eens heel groot worden in Nederland.

Stichting Grap
Furio
Collect Call From Mars
Alura
Roodkapje & het Blauwe Gevaar
A Dog called Phenix