Ach Europa, hoe kwamen we hier ook alweer terecht?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
,

Vandaag viert de Europese Unie haar vijftigjarige verjaardag op de jaarlijkse Europadag. GeenCommentaar.nl discussieert vandaag de hele dag over Europa. Hoe kwamen we hier ook alweer terecht, hier in ´Europa´? In het kort:

Ja, nu zijn we hier in 2007. Begonnen als een vredesproject, doorgegroeid in een economisch project, vastgelopen in het politieke project. En nu?

De ravage die de Tweede Wereldoorlog achterliet was de directe aanleiding voor samenwerking tussen Europese landen. ´Nooit meer´ was de gedachte achter het initiatief van de Franse minister van Buitenlandse Zaken Robert Schuman. We schrijven het jaar 1950, als hij op 9 mei een voorstel doet voor Frans-Duitse samenwerking.

Een jaar later in 1951 wordt de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) opgericht door Frankrijk, West-Duitsland, Italië, België, Nederland en Luxemburg. Dit had als doel devoorheen verdeelde Europese landen aan elkaar te verbinden op het vlak van de voor oorlog belangrijke grondstoffenmark.

In 1958 wordt de economische samenwerking beklonken in de oprichting Europese Economische Gemeenschap: het oprichten van één interne markt, met als doel de economische activiteiten zo te verknopen dat oorlog in niemands belang is. Ook wordt de Europese Atoomenergie Gemeenschap opgericht (ook wel Euratom genoemd).

Europa maakt zich op voor een periode van economische voorspoed. In 1962 voert ´Europa´ het gemeenschappelijk landbouwbeleid in, waardoor de landen gezamenlijk de voedselproductie gaan beheren. Voor producten van landbouwers wordt dezelfde prijs betaald.

De voorlopers van de Europese Unie worden verenigd in 1967 in de Europese Gemeenschap en in 1973 breidt ´Europa´ voor het eerst uit: na de aansluiting van Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk telt de EU negen lidstaten.

In 1979 kiezen Europese burgers voor het eerst rechtstreeks de leden van het Europees Parlement. Daarvoor waren er alleen afgevaardigden vanuit de nationale parlementen. 1981: Griekenland treedt toe, gevolgd door Spanje en Portugal in 1986. De eerste tekenen van ´eurosclerosis´ dienen zich aan.

De noodzaak voor interne hervormingen in Europa leiden tot het Verdrag van Maastricht in 1992. De plannen voor een gezamenlijke munt krijgen vorm. Een jaar later in 1993 is er voor het eerst een echte gemeenschappelijke markt met vrij verkeer van goederen, diensten, personen en geld. Het doel is economische groei bevorderen.

Finland, Oostenrijk en Zweden treden toe tot de EU in 1995. Het Schengen-verdrag, dat leidt tot het opheffen van grenscontroles tussen ondertekenende landen gaat ook in 1995 in: België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Portugal en Spanje ondertekenen. Inmiddels maken vijftien landen deel uit van het Schengen-gebied.

In 1997 is er al de opmaat naar wat later de Europese grondwet gaat heten. In het Verdrag van Amsterdam worden al voorzichtige plannen voor hervormingen ingevoerd. Met de aangekondigde verdere uitbreiding van de gemeenschappelijke markt lijkt dit al snel te weinig.

In 2002 voeren de DINGFLOFBIPS-landen de euro in. Twee jaar later in 2004 treden Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië toe tot de Europese Unie. De opdeling van ´Europa´ na de Tweede Wereldoorlog wordt hiermee opgeheven.

In 2005 wijzen Frankrijk en Nederland het voorstel voor een nieuw Europees verdrag, ook wel de Europese grondwet genoemd, af per referendum. Europa komt vooralsnog niet uit. Intussen worden Cyprus en Malta ook lid. Bulgarije en Roemenië zijn inmiddels in 2007 gevolgd.

Ja, nu zijn we hier in 2007. Begonnen als een vredesproject, doorgegroeid in een economisch project, vastgelopen in het politieke project. En nu?

Reacties (2)

#1 W

Ik zie de EU op dit moment als een ideologische machine die de standaard voor mensenrechten, bedrijfsvoering, milieu etc. continu blijft bewaken en bijstellen. Dit is alleen een ideologie zoals we die nog nooit eerder hebben gezien. Het is een volstrekt pragmatische en bureaucratische ideologie. Een ideologie zonder programma, zonder geloof, zonder auteur, zonder punchline en zonder een beeld… Het is zelfs bijna een ideologie zonder ideaal. Het enige doel van de Unie is nu namelijk een zo goed mogelijk dagelijks leven voor zo veel mogelijk mensen. Eerst binnen de unie, maar ook daarbuiten.

Dit is natuurlijk een volstrekt nietszeggend ideaal. En dat is goed.
Dit ideaal krijgt pas vorm in de wetgeving van de Europese Unie.Alle (op zichzelf vaak lachwekkende) bureaucratische wetten uit Brussel vormen tezamen een ideologisch verhaal waar alle staten en toeleveranciers (China, Afrika) van de EU zich aan hebben te houden. Dit geldt voor wetten voor kindvriendelijke aanstekers tot regels voor concurrentie van bedrijven (Neelie Kroes).

Al deze wetten zijn op zichzelf volstrekt niet-ideologisch. Ze zijn soms goed, soms noodzakelijk maar vaak kneuterig, gezapig of bemoeizuchtig. Maar het ontbreken van enige tastbare ideologie maakt het vrijwel onmogelijk de wetten aan te vallen.
Pas wanneer je alle wetten samenvoegt begin je een soort vage ideologie te ontwaren. Hierin heeft elke burger een eigen verantwoordelijkheid, dient er voor vervuiling betaalt te worden, is er aandacht voor veiligheid etc.

Achteraf zul je best wat meer concrete idealen kunnen noteren. Dat is ook een beetje wat de grondwet nu wil doen.

Waar het mij om gaat is de constatering dat de wetten voor de ideologie komen. Dat is hoe de Unie functioneert. Juist die wetten vormen de Unie. Dit geheel is onduidelijk, complex, niet te communiceren en daarom ook niet aan te vallen.

Uiteraard heeft dit ook nadelen. Er is op dit moment nog geen buitenland-beleid op te baseren. Dit ontbreekt nu dan ook volledig. Ook maakt het gebrek aan duidelijke (communiceerbare) idealen het nut van de EU moeilijk uit te leggen aan inwoners. Dit zijn bezwaren, maar ze zijn te overzien.

De huidige manier van werken is de meest ideale. Het maakt het bijna onmogelijk dat de EU ooit achteruit zal gaan op het gebied van veiligheid of mensenrechten. Ten eerste is er nooit een ideaal geformuleerd dat aangepast moet worden. En bovendien zouden dan al die wetten aangepast moeten worden. Deze bureaucratische starheid maakt van de Europese Unie een fantastische moderniserings en democratiseringsmachine.

  • Volgende discussie
#2 Arnoud

@ 1: ´Al deze wetten zijn op zichzelf volstrekt niet-ideologisch.´

Ruim baan voor martkdenken in elke denkbare sector, geen of nauwelijkse sociaal beleid: goh, aan welke ideologie doet me dat ook alweer denken?

  • Vorige discussie