Elsevier, het roofdier

OPINIE - In 2015 zette de redactie van het prestigieuze taalkundetijdschrift Lingua, onder leiding van de Leidse hoogleraar Franse taalkunde Johan Rooryck, een belangrijke stap. Nadat was gebleken dat uitgeversmoloch Elsevier niet bereid was om het tijdschrift echt in dienst te stellen van de gemeenschap – er bijvoorbeeld voor te zorgen dat alle artikelen gratis ter beschikking kwamen van alle belangstellenden zonder dat de auteurs daar enorme bedragen voor hoefden te betalen –, stapte de volledige redactie én de redactieraad op, en begon een nieuw tijdschrift, dat wél taalwetenschap van hoge kwaliteit aanbiedt.: Glossa.

Toen duidelijk werd dat Elsevier door zou gaan met Lingua, werd het tijdschrift in de wandelgangen omgedoopt tot Zombie-Lingua. Het was besmet – veel mensen weigerden deel te nemen aan de redactie. Uiteindelijk werd helaas de psycholoog Harry Whitaker bereid gevonden de hoofdredactie op zich te nemen.

Ik weet niet waarom Whitaker dat heeft gedaan. Hij heeft een goede staat van dienst; in het verleden belangrijk werk gedaan op het gebied van de psycholinguïstiek (de term foreign accent syndrome is bijvoorbeeld van hem) en hij heeft ook in de vroege jaren tachtig het belangrijke tijdschrift Brain and Cognition opgericht.

Adequate bronvermelding

Met het huidige Lingua bezoedelt hij zijn reputatie. Tot vroeg dit jaar verschenen er nog vooral artikelen die door het oude team waren behandeld, maar nu staat toch het eerste nummer dat helemaal van de nieuwe redactie is online, en je schrikt je dood. Het zijn allemaal artikelen van zeer lage kwaliteit, en bovendien bij elkaar geraapt uit allerlei inhoudelijke uithoeken van de taalkunde. Van Rooryck weet ik dat hij de meeste van deze artikelen niet eens naar reviewers zou sturen – kansloos. Of zie de bespreking door de letterkundige Martin Paul Eve, die laat zien dat er niet alleen onzin in de artikelen staat (mijn favoriet: ‘Discipline does not seem to be affected by the variable of discipline’), maar dat er ook op bedenkelijke wijze wordt omgesprongen met auteursrechten.

En deze week kwam ook een andere kwestie aan het licht: een artikel is teruggetrokken. Elsevier doet geen enkele uitspraak over waarom besloten is om het terug te trekken, maar de betrokkenen weten dat het gaat om plagiaat. De auteur van het geplagieerde artikel heeft het zelf aanhangig gemaakt, nadat hij in het artikel las dat er wel heel ruimhartig en zonder adequate bronvermelding gebruik was gemaakt van zijn ideeën. Elsevier reageerde daar aanvankelijk nauwelijks op.

Monoftongering

Nu komt het dus ineens zonder nadere toelichting teruggetrokken. Ik weet dat tegen de geplagieerde auteur is gezegd dat dit niets te maken heeft met plagiaat, maar dat men bij nadere beschouwing heeft besloten dat het artikel ‘niet belangrijk genoeg’ was om in Lingua te verschijnen. Dat is wel een heel opmerkelijk redactiebeleid.

Er komt bij dat volgens mij het plagiaat eigenlijk in de peer review-fase had moeten worden ontdekt. De benadeelde auteur is zo’n beetje de enige die in het gekozen theoretisch kader (optimaliteitstheorie gecombineerd met metrische fonologie, voor de kenner) aan de behandelde materie (monoftongering in Arabische dialecten) heeft gewerkt. Als hem niet zelf om een review was gevraagd, had een geschikte andere reviewer dat opgemerkt en naar dat werk verwezen.

Dood schamen

De indruk ontstaat daarmee dat Lingua niet alleen een zombietijdschrift is, maar inmiddels een predator journal, een roofdiertijdschrift, dat allerlei binnengekomen materiaal accepteert: als er maar fors betaald wordt door de auteurs om de artikelen online te zetten en zolang er nog bibliotheken zijn die denken dat de grote naam van het blad reden is om de hoge abonnementskosten te betalen.

Lingua is een Nederlands blad, Elsevier gaat nog steeds prat op zijn zogenaamde wortels in oude Nederlandse uitgeeftradities. Het is om je dood te schamen.

[Full disclosure: Ik was lid van de redactieraad van Lingua en ben nu lid van de redactieraad van Glossa. Bovendien was ik een van de getuige-deskundigen in de hier beschreven plagiaatkwestie.]

Reacties (8)

#1 knelistonie

Whitaker is vast gepaaid met de toezegging dat al het werk door oude en vertrouwde redacteuren zal worden gedaan. Heel ouderwets, maar het gaat nog steeds zo.

  • Volgende discussie
#2 Inkwith Barubador

Dus auteurs moeten BETALEN om hun artikelen online te krijgen? Wat is dat voor omgekeerde wereld?

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Michel

Predatoire wetenschappelijke tijdschriften, die inderdaad verdienen aan publicatie, niet aan de verkoop @2, is inderdaad een groot probleem. De SGU had er ook laatst een item over. Ze hebben geen belang bij afwijzen.

Hoorde op Nature podcast (hier te horen) dat men bezig is met een beter review systeem: sneller, meer mensen, minder bias.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 Prediker

@2 De wereld van de perverse prikkels in de wetenschap.

1. Academische geleerden worden beoordeeld en afgerekend op het aantal publicaties in (liefst peer-reviewed) vakwetenschappelijke tijdschriften. Daar zijn gewoon normen voor.

2. Universiteitsbibliotheken krijgen gewoon budgetten om zoveel mogelijk voorname vakwetenschappelijke tijdschriften aan te schaffen, en dat budget is afgestemd op de prijs die de uitgevers daarvoor rekenen.

Dat zijn twee perverse prikkels. Nu valt prikkel twee steeds meer weg, aangezien het internet het mogelijk maakt om tegen veel goedkopere kosten te publiceren. Een groep wetenschappers met wat assistenten kan dat bij wijze van spreken zelf doen.

Als de inkomstenbron uit 2. terugloopt, kun je als uitgever natuurlijk ook de vlucht naar voren maken, en zelf Open Access gaan aanbieden. Maar dan moeten je inkomsten wel ergens anders vandaan komen, en als je dan dezelfde marges wil halen, zonder reclame-inkomsten ook nog eens, dan ligt het voor de hand je te richten op perverse prikkel no.1

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 Bismarck

@2: Ik kan me niet herinneren dat het ooit anders is geweest met (in ieder geval biomedische) wetenschappelijke bladen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6 Cycloop

Elsvier heeft ook eens de Australasian Journal of Bone & Joint Medicine gepubliceerd, een fake tijdschrift, in werkelijkheid een reclameblad voor farmaciebedrijf Merck

https://en.wikipedia.org/wiki/Australasian_Journal_of_Bone_%26_Joint_Medicine

Het was een van een rij van zes fake tijdschriften uitgegeven door Elsevier in periode 2002-2005. Kwam aan het licht in 2009 door een proces in Australie rond een van de producten van Merck.
Zie ook:
https://www.nrc.nl/nieuws/2009/05/12/elsevier-maakte-6-neptijdschriften-voor-industrie-11725936-a452967

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#7 KJH

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de toorn die Elsevier hier (weer) ten deel valt, overdreven is, en onterecht. Sure, Elsevier staat voor de papieren media die, in de tijd dat informatie-reproductie nog duur was, hierop een claim konden leggen. In Elseviers specifieke geval was dit ook nog redelijk monopolistisch.

Dus ja, het heeft iets archaisch, dat idee dat je bepaalde dingen alleen uit bepaalde bron kunt lezen, en dat dat meer geld kost dan je zou verwachten. Maar enfin, kranten en andere tijdschriften zijn ook met dat euvel behept – het betekent alleen maar dat het Internet snel die dingen gaat overnemen. Dat maakt Elsevier ouderwets, maar nog niet _slecht_. En wat dat monopolie betreft – niemand wordt weerhouden om zelf een tijdschrift te beginnen, toch? En in de tussentijd heeft Elsevier waarschijnlijk historisch gezien, best een boel betekent in academische kringen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#8 Michel

@7 De kritiek is niet dat Elsevier als uitgeverij aan publiceren wil verdienen, op papier of elektronisch.

Over het verdienmodel kun je van mening verschillen, het hoeft niet fout te zijn (mits het om redelijke bedragen gaat): de onderzoeker (het instituut waar zij voor werkt) heeft er belang bij dat het werk wordt gepubliceerd.

Het probleem is dat je van een uitgeverij van naam en faam als Elsevier zou verwachten dat zij zich de regels zou houden: zij hoort peer review en andere toetsingen (plagiaat bijvoorbeeld) uit te voeren voor het geld dat zij er voor ontvangt.

Ik zelf denk dat dit verdienmodel niet werkt omdat er te veel perverse prikkels zijn, zoals ook blijkt uit dit verhaal. Men huurt een stel zombies in om peer review te doen, en doet verder niets, maar incasseert wel.

Het meest verbazingwekkende is dat Elsevier zich dit blijkbaar kan permitteren.

Misschien ook goed om er op te wijzen dat Elsevier Magazine niet meer bij deze uitgever hoort, maar, nog niet zo lang geleden, is verkocht. Dat blad kan overigens niet genoeg bekritiseerd worden: het is een vooringenomen, reactionair blad dat artikelen publiceert waarin wordt betoogd dat de maan van groene kaas is gemaakt… pardon, dat klimaatverandering niet door mensen wordt veroorzaakt, en dat het allemaal zo’n vaart wel niet zal lopen. Wie dat beweert telt in beschaafde kringen niet meer mee.

Wat dat betreft zijn het appels van de zelfde boom ;-)

  • Vorige discussie