Eerzucht in plaats van hebzucht

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
,

GeenCommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Vandaag een ingekorte bijdrage van Dick Pels, dat eerder in zijn geheel verscheen in de waterstof. Dick werkt als freelance publicist en is voorzitter van de linksliberale denktank Waterland. Ook is hij de auteur van het boek ‘De economie van de eer‘.

Fighting statue (Foto:Flickr/mmarchin)In 1933 schreef jeugdbeweger en volksonderwijzer Koos Vorrink, de latere voorzitter van de SDAP en de PvdA, een invloedrijk boek met de titel ‘Om de vrye mens der nieuwe gemeenschap’. Fel hekelt hij daarin ?de mateloze tyrannie van het geldbezit, die haar uitdrukking vindt in een dwaze aanbidding van het stoffelik succes?.

In de kapitalistische maatschappij bepaalde het geld de rangorde der waarden: ?Er is geen gemeenschappelik belang hetwelk te dienen de wezenlike opgave van het leven uitmaakt, er is slechts de persoonlike loopbaan, de carrière, het baantje, de jacht naar winst? Andere waarden, zedelike grootheid, opofferingsgezindheid, sociaal verantwoordelikheids- gevoel, trouw aan het gegeven woord, barmhartigheid zijn kwaliteiten, die in de dagelikse werkelikheid geen bruikbare waarden vertegenwoordigen. Daar is niks mee te verdienen, dat wil zeggen, daar is geen geld mee te verdienen?.

Bezitters en bezitslozen waren gelijkelijk met deze kapitalistische mentaliteit besmet: geld en macht te bezitten vormde de trotse zelfvoldaanheid van de eersten; het eenmaal ook zover te brengen de geheime droom van de laatsten. In het bewustzijn van de kapitalistische mens leefde de gedachte: voor geld is alles en iedereen te koop.

Hebzucht als ethos
Hartekreten als deze hadden ook nu, driekwart eeuw later, geschreven kunnen zijn. Een cultuur socialist als Vorrink kon daarbij nauwelijks bevroeden hoe intiem maar tegelijkertijd hoe exhibitionistisch rijkdom en roem in onze tijd van mediakapitalisme en sterrencultuur met elkaar verweven zouden raken. Greed is good en rich is beautiful.

De plutocratie is een flashocracy geworden ? niet voor niets zijn veel van die uitdrukkingen in het Engels. Het geld is zelf de held in programma?s als De Gouden Kooi en Miljoenenjacht. Deejay Ruud de Wild pocht in het programma Ranking the Stars dat hij meer verdient dan het hele kabinet Balkenende bij elkaar. Jan Benninks verkoopbonus bedraagt zelfs meer dan 30 keer het jaarsalaris van het voltallige kabinet ? maar kritiek hierop doet hij af als een typisch Hollandse vorm van afgunst.

Kritiek op Vorrink
Toegegeven, er schuilen klassieke gevaren in Vorrinks ethisch socialisme. Zijn ?vrije mens? blijkt bij nader inzien niet zo heel vrij te zijn, want hij/zij dient zich te wijden aan de verantwoordelijke gemeenschapsdienst, om het ?grote wonder? der solidariteit te kunnen beleven, met de arbeid als heilige gemeenschapsplicht. Vorrinks ideaal van de klassenloze volksgemeenschap, die de ?werkelike eenheid aller volksgenoten? vestigt, staat niet eens zo ver af (we schrijven 1933!) van de grondgedachte van die andere, nationale, socialisten, zijn ergste vijanden. Volgens Vorrink heeft het fascisme de ware volkseenheid verraden, maar zal het democratisch socialisme haar uiteindelijk verwezenlijken door een einde te maken aan alle uitbuiting en onderdrukking.

Het lijkt me dan ook beter om aan te knopen bij een meer individualistische en zakelijke variant van het cultuursocialisme, zoals die werd gepredikt door een ideologische tegenhanger van Vorrink: Jacques de Kadt. Het sociaal-individualisme van De Kadt onderschrijft voluit de kritiek op de geldverdwazing en het ?stoffelik succes?, maar vervalt niet in het christelijk moralisme, met zijn klassieke maar onvruchtbare tegenstellingen tussen gemeenschapsdienst en eigenbelang, eenheid en verdeeldheid, solidariteit en concurrentie of morele en materiële prikkels.

Day 138/ GreeD.$ (Foto:Flickr/[PhotoNerd]Vorrink stelt de concurrentie zonder meer gelijk aan de oorlog van allen tegen allen, ambitie aan de ?laagste instincten? van zelfzucht, eerzucht en heerszucht, en het willen winnen aan het maken van winst. Hij volgt daarmee het vrome spoor van bisschop Bossuet, de biechtvader van Lodewijk XIV: de ware christen minacht het fortuin (in zijn twee bestanddelen geld en eer) en spot met zijn ijdele beloften: de enige glorie en rijkdom zijn immers die van God.

Mijn gok in het boek ‘De economie van de eer’ is dan ook dat het kleinere kwaad van de eerzucht het grotere kwaad van de hebzucht misschien enigszins kan intomen. Zou de openlijke sociale waardering via publieke zichtbaarheid en erkenning niet voor een deel de plaats kunnen innemen van de waardebepaling door een anonieme markt, en door degenen die zich achter deze grootheid verschuilen?

Eerzucht zonder hebzucht
Zonder het Bekende Nederlanderschap als model te willen aanprijzen, kunnen we ons afvragen of eergevoel, ambitie en de zucht naar roem niet meer kunnen worden aangesproken wanneer men het beste uit mensen naar boven wil halen. Bij de motivatie van ondernemende individuen zou een ander en beter prijsmechanisme moeten gelden: niet dat van loven en bieden, maar dat van loven en prijzen. De valse eerbaarheid van het geld moet worden ondermijnd, zodat de eerzucht zich los kan maken van de perverse omknelling door de hebzucht en in een meer zuivere vorm kan optreden.

Dat vereist de ontwikkeling van een realistische eerethiek die de gebruikelijke tegenstelling tussen verheven deugzaamheid en plat eigenbelang overstijgt. Het eergevoel gaat immers voorbij aan simpele zelfzucht en materieel gewin, en kan aanzetten tot nobele en riskante handelingen van groot maatschappelijk belang. Deze ?aristocratische? eerethiek wordt in de huidige tijd vooral aangeprezen door neoconservatieve denkers. Maar dat betekent niet dat zij voor links taboe zou moeten zijn.

Een vrije en beschaafde maatschappij, schreef Jacques de Kadt in 1937, moet aan allen een minimum aan welvaart verschaffen en ervoor zorgen dat tussen minimum en maximum slechts een geringe afstand bestaat: ?De prikkels, nodig om naar het hoogste te streven, liggen dan niet langer in het inkomen, doch in de waardering die een critische maatschappij aan z?n beste mensen geeft?. Er is dan ook een omkering van levenswaarden nodig, een nieuw beschavingsoffensief dat de geldmacht breekt, ook in de hoofden van de mensen, dat werkelijke verdiensten in ere herstelt en dat de ?eer van het werk? weer de plaats geeft die zij verdient.

0

Reacties (6)

#1 wout

Juist, en dat heb je een maatschappij met stronteerloze figuren en puissant eervolle figuren, voelen de eerlozen zich net zo kut als de armen nu, en is er weer een heel nieuw scala aan sociale ongewenstheden. Ik denk aan eerwraak, sepukku, kasten en onvrijheid in de keuze van een partner.

Hoe dan ook, de maatschappij laat zich niet vormen door een paar halfbakken filosofen.

  • Volgende discussie
#2 HPax

Geachte Hr.Wout. Ik vermoed dat u een punt maakt, maar uw redactie is zo abominabel dat ik u om een betere (uitgewerkter, kuisere) wil verzoeken.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Ernest

Dit klopt er volgens mij niet in uw stuk: “Deze ?aristocratische? eerethiek wordt in de huidige tijd vooral aangeprezen door neoconservatieve denkers. Maar dat betekent niet dat zij voor links taboe zou moeten zijn.”
Cheney en Wolfowitz, twee neocons van het zuiverste water, hebben zich toch duidelijk getoond als liefhebbers van het grote geld en zeker niet als aristocraten van eer.

Verder help ik het u dromen – het is een mooi ideaal.

Ik zelf merk dat de samenleving bestaat uit de gang van zaken rond alledaagse kleine en grote beslissingen en hun gevolgen in de politiek en het bedrijfsleven. En in die beslissingen spelen in Nederland financiële overwegingen de belangrijkste rol.
Mensen raken door financiële overwegingen van de bedrijfsbesturen hun baan kwijt; of ze hun werk al heel lang goed, uitmuntend of naar eer en geweten goed hebben gedaan doet er daarbij niet toe, en als ze trouw zijn geweest aan een zaak wordt regelmatig als dom afgedaan.
Ziekenhuizen bepalen er hun beleid door ipv dat ze een zo goed mogelijke organisatie van genezing en verzorging nastreven.
“Leiding”gevenden in de quartaire sector worden rijkelijk betaald voor het werk van hun idealistisch gemotiveerde personeel.
Of natuur, milieu en menselijke gezondheid worden beschermd hangt meestal af van lucratieve bijverschijnselen. Een win-win-situatie heet dat.
Zelden of nooit wordt een beslissing genomen door een niet-materiële waarde zwaar te laten wegen – of het moeten domheid en machtswellust zijn. Als voor het publiek dergelijke waarden worden gepresenteerd als doorslaggevend, weet je meestal dat dat niet klopt, maar dat in dergelijke gevallen de werkelijke redenen juist verborgen zullen blijven. Eer wordt daarbij overigens zelden genoemd.

De kringen waarin die beslissingen worden genomen doen er niet toe: linkse of rechtse politiek, lokaal, nationaal en internationaal, eenvoudig of multinationaal bedrijfsleven.
Daar hebben de jaren zestig helemaal niets aan veranderd. Sinds die tijd zijn alleen de domeinen waarop financiële overwegingen een rol spelen toegenomen – en dat was gek genoeg ook al heel lang geleden door Karl Marx voorspeld.

Als je een beetje realistisch door het leven wilt gaan en jezelf en anderen nu en in de toekomst een redelijk leven gunt, zul je je die financiële denkwijzen eigen moeten maken en daarbij helpt het heel erg als je financieel succes op een hogere plaats stelt dan succes op het gebied van eer, trouw en betrouwbaarheid, gezondheid, en uitmuntendheid.

Het kan ook helpen als je uitzoekt hoe het komt dat financiële belangen altijd zwaarder wegen, hoe het werkt. Want dan krijg je misschien handvatten om er wat aan toe veranderen. Om nou zomaar “eerzucht” te gaan proberen te promoten lijkt me niet erg productief.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 wout

waar zit de edit knop?

En zelfs dan nog, wat moet er kuiser?

En uitweiden, dat lijkt me niet nodig, maar goed dan, ’t is weekend. Aristocratische eerethiek is bekend uit enkele perioden in de geschiedenis. Niet toevallig waren dit eveneens perioden van conservatisme, wetenschappelijke/technische trage groei of stilstand, onvrijheid, onwillendheid om te investeren in innovaties etc. Niet verassend dus, dat in al deze perioden de aristocratische klasse werd voorbijgestreefd door de koopmansklasse, tenzij de eerste d.m.v. rigide en draconische maatregelen de macht aan zichzelf hield.

Volgens de auteur zou eergevoel aan kunnen zetten tot “nobele en riskante handelingen van groot maatschappelijk belang” Wat bedoelt hij hiermee? Het gaat wellicht op in gevallen als een soldaat die op een handgranaat springt om zijn generaal te beschermen, of een astronaut die een gevaarlijke missie onderneemt. Maar deze mensen krijgen over het algemeen al grote eer en verder niks. Als hij daarentegen doelt op risicovolle investeringen in bijvoorbeeld de ontwikkeling van een niet medicijn dan is daar oneerbaar verkregen kapitaal voor nodig.

Kapitaal dat niet aanwezig is omdat iedereen volgens deze denker slechts weinig meer mag hebben dan het bestaansminimum. Dat betekent dat alleen de overheid projecten groter dan een tuinschuurtje bouwen zou kunnen ondernemen. We hoeven maar naar het oostblok te kijken om te zien hoe dat zal eindigen.

Natuurlijk zou ook een groep mensen hun kleine kapitaaltjes kunnen bundelen. Zo kunnen ze toch iets ondernemen. Maar ja, als ze succesvol zijn krijgen ze eer en misschien de inleg terug, en als ze de mist in gaan zijn ze blut. Het behoeft geen economisch inzicht om in te zien dat het aantal investeerders met centen binnen de korste keren op een hand te tellen is.

Het idee van eer in ruil voor maatschappelijke diensten hebben de geciteerde politici waarschijnlijk uit het klassieke Griekenland. Klassiek Athene, waar rijke burgers publieke werken uit eigen zak betaalden. Dit was meestal echter verordonneerd door de volksraad, niet vrijwillig, zoals vaak wordt verondersteld. Het was eerder een soort ongestructureerde vorm van graaitax dan “aristocratische eerethiek”.

En dan, uiteindelijk, kan een boekenmans een aanemer wel vertellen dat ie blij moet zijn met een standbeeld i.p.v. een dikke bankrekening, de kans dat de aannemer zal luisteren is erg klein.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 Sjaak

Pels is een naieve sukkel in een ivoren toren. Ook dit boek ligt binnen 6 maanden bij de Slegte. Get a life man.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6 HPax

@ Comment 4 i.v.m. comment 2.

1 Dank u voor uw verhelderender reactie. Uw voorbeeldige visie
op het schier alleenrecht van de Overheid op maatschappelijke investeringen is overtuigend.

2 Over ‘eer’ in Nederlandse context moet meer worden nagedacht en gepubliceerd. Dat de Nederlander eerloos zou zijn, is een onverdraaglijke, bestrijdenswaardige waarheid. Laten we er desnoods over liegen.

3 Kuis of ‘kuiser’ is het vermijden van naar genitalia e.d. verwijzende woorden. Aan de modernistische, exhibitionistsche drang ons daaraan over te geven, zouden we niet moeten toegeven.

  • Vorige discussie