Actief burgerschap biedt uitweg uit asielcrisis
De grote ophef in Albergen rondom de vestiging van een opvang van asielzoekers en de mensonwaardige omstandigheden in Ter Apel zijn evenzoveel kenmerken van een overheidsbeleid dat al decennialang ernstig tekortschiet. Ervaringen in het buitenland en van betrokken burgers leren dat het echt beter kan, zegt Sascha Pimentel van mensenrechtenorganisatie Justice & Peace.
De Nederlandse ontvangst van vluchtelingen heeft een Januskop: tegenover lokale welkomstacties en initiatieven staat een berekenend en onbewogen overheidsbeleid. Groningse ondernemers haalden onlangs via een inzamelingsactie €12.500 op om opgooitentjes voor de mensen buiten de hekken van Ter Apel te kopen. ‘We mengen ons niet met de politiek, maar mensen moeten niet buiten slapen’, zei Willem Straat, een van de ondernemers.
Betrokken burger, onbereikbare overheid
Boa’s en politie namen de opgooitentjes overigens haastig in beslag waardoor vluchtelingen ’s nachts alsnog en opnieuw in het natte gras lagen. Het is een gebeurtenis die zich steeds herhaalt: als burgers in het gat springen dat de overheid laat vallen willen de beleidsmakers daar niets van weten.
Bij de vluchtelingen die voortkwamen uit de crises in Syrië, Afghanistan en Oekraïne reageerden burgers veel alerter en adequater dan de overheid. Zij stelden hun huizen open, zamelden spullen in, en hielpen nieuwkomers met de taal of met praktische zaken. De Taalmaatjes, gastgezinnen en vrijwilligers laten steeds zien dat mensen elkaar gewoon willen en kunnen opvangen. Voor de overheid is dat echter geen aanleiding om de burgerlijke betrokkenheid aan te moedigen of te ondersteunen, zelfs niet als de centrale opvang van vluchtelingen dramatisch tekortschiet en de procedures eindeloos voortslepen en ontmenselijken. ‘Het is dweilen met de kraan open, maar we moeten harder dweilen’, zei de staatssecretaris Asiel en Migratie Eric van der Burg, toen vorige maand de mogelijkheden voor asielopvang op zee werden onderzocht.