De (on)mogelijkheden van ‘user generated’ beleid

Foto: Logo Overheid & Internet copyright ok. Gecheckt 13-02-2022
,

Wat moet de overheid met internet? Waarom zou zij zich er überhaupt mee moeten bemoeien? De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) heeft zich er de afgelopen tijd mee bezig gehouden. Op Sargasso vertellen een aantal experts de komende weken over de kansen en bedreigingen en over de vraag wat de overheid met internet moet.

Overheden experimenteren met online medezeggenschap op beleid, maar de ervaringen zijn wisselend. Het wereldwijd meest bekende voorbeeld van cocreatie via het internet is de herziening van de IJslandse grondwet. Een commissie van 25 burgers heeft een nieuw ontwerp gemaakt en daarbij IJslandse burgers de gelegenheid gegeven via onder meer Facebook en Twitter voorstellen aan te dragen. Dit heeft geleid tot belangrijke voorgestelde wijzigingen, onder meer over het private eigendom op visgronden. De nieuwe grondwet moet echter nog door het Parlement worden aanvaard. Het referendum vindt daarover deze maand plaats, tegelijk met de presidentsverkiezingen.

De interactieve overheid, de term alleen al wekt de suggestie van daadkracht en bedrijvigheid. In het buitenland zijn er voorbeelden te over en ook in Nederland timmeren we hard aan de weg op dit vlak. Cocreatie van burger en overheid blijkt echter knap lastig in elkaar te steken. Hoe komt het dat de ervaringen zo wisselen? Wat zijn de lessons learned?

De gemeente Zeist bijvoorbeeld pakte haar bezuinigingsopdracht interactief aan. Structureel € 6,2 mln. bezuinigen, oftewel 15% van de gemeentelijke begroting, is fors. Met inzet van expertise en creatieve inbreng van burgers leverde de ‘bezuinigingsdialoog’ € 4,1 mln. op aan bruikbare voorstellen. De gevolgde werkwijze heeft echter meer het karakter van het openstellen van een ideeënbus want interactie vond grotendeels offline plaats. Niet dat het uitmaakt waar de interactie plaats vindt, maar het blijkt dat ook bij interactieve cocreatie-achtige processen de gewone procedures en protocollen gevolgd moeten worden.

Een voorbeeld uit Nijmegen laat zien dat zulke processen onbedoelde en soms ook ongewenste bijwerkingen hebben. In Nijmegen heeft de gemeente namelijk de nota’s voor het parkeerbeleid en het cultuurbeleid opgesteld met inbreng van burgers. Dit heeft de gemeente gedaan via een besloten website waarvoor je je met je emailadres kon aanmelden. Ambtenaren hebben van de inbreng verslagen gemaakt en deze weer aan de deelnemers van de website voorgelegd. Daarmee is er een interessant voorbeeld gesteld omdat een overheid het publiek werkelijk een rol geeft in het beleidsproces. Het is ook een heel tijdrovend proces. De ambtenaren hadden hun handen niet alleen vol aan het schrijven van de samenvattingen, maar ook aan het in diverse rondes verwerken van het commentaar daarop. De belofte van interactiviteit met de overheid gaat gepaard met een omslag in werken waar dezelfde overheid helemaal niet op ingericht is. Het Nijmeegse voorbeeld laat ook zien dat de aanpak nog geen succes garandeert, want in maart struikelde de verantwoordelijk wethouder bijna over het invoeren van de parkeerpalen.

Dan de internetconsultatie.nl van de rijksoverheid, waar op nieuwe voorstellen voor wet- enregelgeving kan worden gereageerd. Er wordt beloofd dat “reactie bijdraagt aan een verbetering van de regelingen,” maar hoe precies blijft een raadsel. En wat als een half miljoen mensen de moeite neemt om te reageren? De 1.0 opstelling van de overheid houdt er geen rekening mee en geeft zich er geen rekenschap van. Eigenlijk weet de overheid zich geen raad met burgers die zich met de beste bedoelingen via internetinzetten voor betere regels en beleid. Zolang besluitvormingskaders niet wijzigen en de organisatie bij het oude blijft, leveren dergelijke naïeve cocreatie pogingen van de overheid niets meer op dan een obese overheid die veel te verstouwen krijgt en zich geen raad weet met alle energie die loskomt. Het wordt tijd dat de overheid op zijn minst na gaat denken over wat ze wil met deze 2.0 acties voor interactieve beleidsvorming, wat cocreatie werkelijk inhoudt, en waar het voor haar ophoudt. Bovenal zou de overheid er goed aan doen haar eigen grenzen in ere te herstellen.

Reageren wordt – zoals altijd op Sargasso – gewaardeerd! Niet genoeg ruimte in de comments? Reageer in de vorm van een blog. Mail naar [email protected].

Reacties (2)

#1 jeanclaude

” Overheden experimenteren met online medezeggenschap op beleid, maar de ervaringen zijn wisselend.”

De ervaringen met niet online medezeggenschap zijn ook al wisselend.

Zo stemde Nederland bij referendum tegen de zogenaamde Europese grondwet, die een jaar later of zo werd doorgedrukt door onze politici, alleen het Europese volkslied (dat had inderdaad iemand bedacht, geen grap) en de Europese vlag waren er uit gehaald.

Pechtold propageert nog steeds desondanks de EU, en ondanks dat zijn partij zelfs gekozen burgemeesters wil.

De partij het meest kritisch over de EU lijkt de grootste te worden.
Tegelijkertijd doen verhalen de ronde dat de overige partijen een cordon sanitaire om de SP heen hebben gevormd.

‘You can always tell when a politician lies, he then moves his lips”. was jaren geleden een uitspraak op BBCW.

  • Volgende discussie
#2 tom van doormaal

Lastig thema: ambtenaren zijn ingehuurd om hun baas te dienen, bij het overeind blijven in hun representatieve arena. Dat is iets anders dan het dienen van de democratie, door het opsporen en bedienen van allerlei opvattingen en die harmoniseren.
Verder wel eens hoor: ik zie weinig of niks in referenda of de kroonjuwelen van D66. Europa is mooi, maar in letterlijke zin is er niet om gevraagd. Maar als Europa zich bezig houdt met de stroeve zolen voor kappers, dan moorden we geen complete bevolkingsgroepen uit.
Natuurlijk moeten we zoeken naar modernisering van onze zeden en bestuurlijke gebruiken van door ICT. Maar wel een beetje nuchter…

  • Vorige discussie