De moderne mens

Foto: congvo (cc)

COLUMN - Laten we de week eens beginnen met het over onszelf te hebben.

Grofweg zijn er twee opvattingen betreffende onze existentiële werkelijkheid. De een zegt: wij zijn allen schepselen gods. De ander zegt dat we uit het water zijn geklommen, als viervoeter vaste grond onder ons bestaan hebben gezocht en uiteindelijk op twee benen zijn gaan staan omdat je zo verder kan kijken dan je neus lang is.

Die eerste opvatting is wel zo makkelijk. Geen getob over de oorsprong. De tweede, wetenschappelijke benadering, levert herhaaldelijk problemen op.

Zo waren er onderzoekers die beweerden dat een derde van als nieuw soort ontdekte dinosaurussen, afgeschreven kunnen worden. Ze waren niet nieuw, maar nazaten van een reeds bekende soort. Meteen ruzie met collega’s, die de conclusie zwaar overdreven vinden.

Wetenschappelijke onenigheid over moderniteiten komt vaker voor. Zo zijn wetenschappers er nog niet helemaal uit, waar en wanneer de hond de trouwe metgezel in ons huishouden is geworden. De moderne hond zou ergens tussen de 27 en 40 duizend jaar geleden zijn ontstaan.

En nu blijkt uit datering van ‘Homo Naledi’-botten, een aapachtige voorganger van de moderne mens, dat het aapje tezelfdertijd leefde als de modernere variant. Het wezen werd aanvankelijk op zo’n 2 miljoen jaar oud geschat, maar nu zou blijken dat de Home Naledi 300.000 jaar geleden nog leefde.

Onderschat niet wat een impact beweringen over nieuwe of oude dinosaurussen, wilde of gedomesticeerde honden en oer- of moderne mensen kunnen hebben. Stel dat een derde van de nieuwe soorten mens nooit heeft bestaan? Of dat meerdere voorgangers van de moderne mens stukken jonger zijn dan we dachten?

Hele existentiële filosofieën kunnen dan de prullenbak in. Een aantal vragen zullen opnieuw onderzocht moeten worden. Waren we apen en zijn we dat nog steeds? Waren we vissen en hebben we eigenlijk nog steeds niet meer hersencapaciteit dan een haring? Zijn we nou de moderne mens of slechts een marginale variant van de oermens?

Reacties (5)

#1 Bismarck

” Stel dat een derde van de nieuwe soorten mens nooit heeft bestaan?”
Die bewering kun je vrij makkelijk doen, er valt veel voor te zeggen. Het is alleen dat hele existentiële filosofieën kunnen dan de prullenbak in een nogal overtrokken bewering is. Het gaat uiteindelijk behoorlijk om kleine details in zienswijze, die verre onderdoen voor de nuances in “wij zijn allen schepselen gods”, waarvan de verschillende varianten veel wilder uit elkaar groeien en ook letterlijk tot veel grotere problemen leiden. Zelfs christenen die (die toch allemaal precies hetzelfde scheppingsverhaal aanhangen) hebben elkaar bij de duizenden afgemaakt om kleine verschillen betreffende de interpretatie van enkele gebeurtenissen ver na de schepping.

  • Volgende discussie
#2 Arduenn

Hele existentiële filosofieën kunnen dan de prullenbak in.

Dat is toch de natte droom van menig wetenschapper? Wetenschap beweert niet de waarheid in pacht te hebben. Wetenschap is voortschrijdend inzicht. Ik snap de strekking van het stuk niet helemaal.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 gronk

Het zou daarom ook beter zijn -in het kader van efficienter wetenschappelijk onderzoek- als wetenschappers meteen de juiste theorie uitvinden voor hun waarnemingen, en terughoudend zijn bij onderzoek wat vervolgvragen oproept. En paradigmawijzigingen zijn natuurlijk helemaal uit den boze.

Want dat zou namelijk betekenen dat er nog meer kosten moeten worden gemaakt voor wetenschappelijk onderzoek; geld wat ook zou kunnen gebruikt voor De Zorg, en we willen toch niet dat er ergens iemand moet lijden omdat een wetenschapper zonodig een proefje moest doen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 HansR

Ik krijg zelf de indruk dat Peter bedoelt met “Hele existentiële filosofieën kunnen dan de prullenbak in” en “een derde van de nieuwe soorten mens nooit heeft bestaan” en zo… dat er altijd meerdere soorten naast elkaar bestaan. De volgordelijkheid van menselijke (onder)soorten is wetenschappelijk dubieus aan het worden en daarmee bv de vooruitgangsfilosofie en zo…

Er is wel wat te zeggen voor de acceptatie van een enorme pluriformiteit in soorten en ondersoorten van homo. Net zoals er bv vele (micro)soorten paardenbloemen zijn.

Het enige nadeel is dat je dan weer iets in moet bouwen voor suprematie gevoelens. Als al die (onder)soorten tegelijk bestaan, welke is dan evolutionair de sterkste? Of is het uitsterven van (onder)soorten een fictie. Gaat het om niches waarin de (onder)soorten leven. Zoals bruine mensen in Bangladesh die op vuilnishopen leven en blanke mensen in New York die op straat leven. White supremacy. Dat soort dingen.

Of blanke vrouwen met dikke – Venus van Willendorf – vormen die 20 kinderen krijgen of slanke donkere vrouwen met maten 90/55/90 die kinderloos blijven. Om maar even een foute opmerking te maken die discussie genereert. Of niet.

Gaat het om Genotype of Phenotype?

Hoe het ook zei, voor een werkbaar model met meerdere (onder)soorten Homo in eenzelfde tijdvak zal inderdaad over samenleving, suprematie, economie etc… opnieuw nagedacht moeten worden.

‘God bewaar ons’ als zou blijken dat White supremacy zo een wetenschappelijke basis gaat vinden. Geweld als uiting van een niche in de soortsvorming en daarmee evolutionair winnend want alle anderen om zeep helpend. Morlocks en Eloi.

Definitie is de basis van de vooruitgang.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 HansR

Ah, te laat: ‘hoe het ook zij’

  • Vorige discussie