De dagelijkse realiteit van ‘The Ninth Floor’

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

The Ninth Floor Mijn gewaardeerde collega Crachàt wees ons al eerder op het werk van Jessica Dimmock en nu is in Foam de tentoonstelling The Ninth Floor te zien. Dimmock (New York, 1978) volgde hiervoor drie jaar lang de bewoners van het appartement van Joe Smith, een kunstenaar die in de jaren zeventig en tachtig furore maakte in de New Yorkse kunstscene maar die aan lager wal raakte door een heroïneverslaving. Smith begon zijn appartement op de negende verdieping in Manhattan onder te verhuren aan andere verslaafden en nadat zij de huur niet meer konden betalen, werd deze voldaan in de levering van heroïne. Alle spullen van waarde in het huis zijn ondertussen verkocht en het leven wordt bepaald door één noodzaak: scoren. Dimmock was op straat een digitale camera aan het uitproberen toen ze werd aangesproken door een cocaïnedealer die haar uitnodigde hem het onderwerp van haar foto’s te maken. Ze belandde op feesten, bij mensen thuis en uiteindelijk ook in het appartement op de negende verdieping. Na het eerste bezoek keerde ze terug met enkele afdrukken waarna ze min of meer onbeperkt toegang kreeg tot het appartement. Het resultaat is een rauw portret van een groep verslaafden, shockerend en triest, maar ook lieflijk omdat je kunt zien dat Dimmock in de loop van die drie jaar een vriendschappelijke relatie met de bewoners heeft opgebouwd.

Tijdens de tentoonstelling in Foam worden de verhalen verteld van een aantal bewoners van de ongeveer twintig die er in die periode aanwezig waren. De spil van het appartement, Joe Smith komt slechts een paar keer zelf in beeld. Het is een man van een jaar of zestig zonder tanden die niet meer in staat is zichzelf te injecteren en daardoor afhankelijk is van anderen. Hij krijgt een naald toegediend door een medebewoner op een groezelige bank in een appartement dat een complete puinhoop is en volledig verduisterd. Het zal een zware beproeving zijn geweest voor Dimmock om soms dagen achter elkaar in het appartement te verblijven, maar daardoor is ze er wel in geslaagd om de bewoners in al hun emoties te kunnen fotograferen.

Van drie andere bewoners heeft ze een persoonlijker portret gemaakt. Jessie, een vrouw van begin veertig vecht al jaren tegen haar verslaving, zonder resultaat. Ze gaat de ene kliniek na de andere in en soms moet ze worden opgenomen in het ziekenhuis maar ook daar wordt ze door haar vrienden voorzien van drugs. Het effect van deze jarenlange verslaving wordt duidelijk zichtbaar gemaakt wanneer ze wordt gefotografeerd met op de achtergrond een foto van toen ze een jaar of achttien was; toen een mooie veelbelovende vrouw in wording, nu een verlepte, fletse junk.

Het andere portret is van Dionn en Rachel, een stel dat een baby verwacht. Hun relatie is stormachtig waarbij geweld, seks en lethargie zich afwisselen. Het is een haat/liefde verhouding waarbij beiden beseffen dat ze toch niet zonder elkaar kunnen. Tijdens de diadocumentaire bij de tentoonstelling zie je ze verhuizen naar een eigen appartement en hoor je Dionn vertellen dat de komst van de baby hen doet beseffen dat ze moeten veranderen. Het kind moet na de geboorte echter eerst enkele weken in quarantaine om af te kicken van de opium. Bij thuiskomst wordt het liefdevol opgenomen in het jonge gezin, maar makkelijk is het niet. Beiden hebben namelijk geen enkele opleiding genoten en ook raken ze tijdens de documentaire nog niet van hun verslavingen af.

Dimmock weet niet hoe het nu gaat met de mensen uit haar reportage. Na afronding van haar project in 2005 verloor ze het contact met de bewoners. In de drie jaar die ze min of meer met hen samen had geleefd, was hun relatie zo intiem geworden dat ze afstand van elkaar moesten nemen. Sinsdien heeft ze niets meer van hen vernomen ondanks pogingen ze terug te vinden.

Stasi - secret rooms Het onderwerp van Dimmock’s expositie staat in schril contrast met dat van de andere expositie die nu in Foam te zien is; Stasi – secret rooms van Daniel en Geo Fuchs. Het werk van het Duitse kunstenaarsduo toont de ordelijkheid van het voormalig Oost-Duitse regime door middel van met een groothoek gemaakte foto’s van kantoren, cellencomplexen, verhoorkamers, bunkers en archiefruimtes. Ondanks dat veel gebouwen uit de DDR-tijd zijn gesloopt, blijkt er nog een aardige hoeveelheid gebouwen intact te zien waarbij zelfs de interieuren niet zijn aangetast. Een voorbeeld daarvan zijn het kantoor en de woonruimte van Erich Mielke (van 1953 tot 1957 plaatsvervangend minister van de Stasi) of het buitenverblijf van Erich Honeker. Maar ook zijn de archiefdozen met persoonlijke dossiers nog keurig opgesteld in een daartoe behorende kast en worden nog stapels zakken met papiersnippers bewaard waarop mogelijk belastend materiaal te vinden is. De foto’s zijn zeer gestileerd gemaakt en voor wie een fan is van de film Das leben der anderen is deze tentoonstelling een must om te zien.

The Ninth Floor is nog t/m 1 juni te zien en Stasi – Secret Rooms nog tot 4 juni te zien in Foam

Foam
Jessica Dimmock
Daniel & Geo Fuchs

Reacties (4)

#1 Kaj

“Laten we heroïne legaliseren!”

  • Volgende discussie
#2 hemaworstje

klap klap .

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Steeph

@Kaj: Uh, ja?

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 Blur!

zja, spritzen wie die brandweer.

  • Vorige discussie