De Chinese Droom

China mengt zich steeds actiever op het wereldtoneel. Het Westen wantrouwt deze ontwikkelingen, maar hoe zien de Chinezen het eigenlijk zelf?

Sinds Xi Jinping in 2013 aan de macht kwam in China is de wereldwijde Chinese invloedssfeer flink uitgebreid. De militaire uitgaven zijn toegenomen en investeringen in het buitenland, bijvoorbeeld in Zuid-Amerika en Afrika, zijn vergroot. De reacties in het Westen zijn argwanend. China zou zich iets te actief willen opwerpen als nieuwe wereldmacht. Maar volgens antropoloog prof. dr. Ching Lin Pang berust de westerse scepsis op een aantal misverstanden over de Chinese ambities, zegt ze in een gesprek met journalist Eelco Bosch van Rosenthal. “Xi heeft niet als doel de nieuwe supermacht te worden, maar wil wel op gelijke voet staan met andere grootmachten.”

China op het wereldtoneel

China mengt zich steeds actiever op het wereldtoneel – in politieke, economische en militaire zin. Meer dan ooit is er nu een beweging naar het buitenland te zien. Neem bijvoorbeeld het Belt and Road Initiative, een ontwikkelingsstrategie van de Chinese overheid die een groot aantal landen in Eurazië met elkaar via land en zee verbindt, voornamelijk door infrastructuur aan te leggen. Volgens Pang is dit een reactie op Amerikaans beleid, ingezet toen Obama president was.

In zijn zogeheten ‘pivot to Asia’ wilde Obama de banden met Azië aanhalen, maar sloot China daarbij buiten. Naast deze duidelijke politieke motivatie, is de reden voor het initiatief toch vooral economisch, stelt Pang. Niet alleen om een gemakkelijke afzetmarkt te creëren voor eigen producten, zoals je in Westerse media vaak hoort, maar als win-winsituatie: vrijhandel in Eurazië zou moeten leiden tot een bloeiende economie voor alle betrokken landen.

Zeker de aanwezigheid van China in Afrika spreekt in het Westen tot de verbeelding. Sinds Xi aan de macht is, heeft China veel geld gepompt in Afrikaanse landen, bijvoorbeeld in grootschalige energie- en infrastructuurprojecten. De VS en Europa zijn kritisch: China zou Afrika plunderen. Volgens Pang is dit niet de juiste manier om naar China’s aanwezigheid in Afrika te kijken. “China heeft geen last van de ‘white man’s burden’, een erfenis uit koloniale tijden. Chinezen willen simpelweg zakendoen.” Arbeid in China is duur geworden, en dus zijn ook Chinese bedrijven genoodzaakt uit te wijken naar het buitenland, in dit geval Afrika. Bovendien doet China aan kennisoverdracht: met een land als Congo hebben Chinese bedrijven afgesproken dat een groot aantal van de arbeiders locals moeten zijn.

Binnenland beleid

Er bestaan volgens Pang dus een aantal misverstanden over het buitenlandse beleid van Xi. De grootste denkfout is misschien wel om China’s buitenlandse beleid vooral als machtspolitiek te zien. Uiteindelijk draait het bij Xi om het binnenland. “De Chinezen willen wel een global player zijn, maar in eerste instantie gaat het om de ontwikkeling van China zelf.” Volgens Pang is hij zich er heel goed van bewust dat het nog geen enkele leider in de geschiedenis van China is gelukt om alle Chinese monden te voeden. En ook nu zijn er nog veel Chinezen aan wie de snelle economische groei van de afgelopen decennia is voorbijgegaan. De ambitie van Xi is om van China een welvarend land te maken waar iedere Chinees de vruchten van plukt.

Aan het begin van zijn regeerperiode introduceerde Xi het concept van de Chinese Droom. Een vrij vaag begrip dat zijn bredere economische beleid onderbouwt. In het kort draait het om “the great rejuvenation of the Chinese nation.” Het is voor de hand liggend de Chinese Droom te vergelijken met de American Dream, maar waar het bij de American Dream draait om het behalen van individueel succes, ligt de nadruk in China met name op het collectieve belang. De droom is om grote sociale en technologische ontwikkelingen en economische groei te bereiken, om zo het welvaartsniveau van het land omhoog te halen.

Binnen diezelfde ambitie is Xi ook begonnen aan een grote campagne om de leefbaarheid in het land te vergroten. En daarmee gooit hij ook internationaal hoge ogen. China is op dit moment kampioen in vergroening, maar dit is ook om een reden. “De luchtkwaliteit is op sommige plekken in China zo slecht dat de Chinezen bijna verstikken”, stelt Pang. Ook hier gaat het om binnenlandse noodzaak met een handig internationaal bijeffect. Maatregelen om de luchtvervuiling tegen te gaan zijn essentieel voor het bereiken van de Chinese Droom, maar het is een mooie bijkomstigheid dat China zich hiermee op het gebied van klimaatbeleid als braafste jongetje van de klas presenteert op het wereldtoneel.

Nachtmerrie

De vraag die vaak uit het Westen klinkt is: welke prijs betaalt het Chinese volk hiervoor? De mensenrechtensituatie is er slecht: er is veel censuur en geen vrijheid van meningsuiting. Pang deelt deze zorgen, maar plaatst wel een kanttekening. Veel Chinezen zien het gebrek aan vrijheid van meningsuiting niet als een groot probleem. Het collectief staat boven de individuele vrijheid, en ze zien het als een noodzakelijke maatregel om de veiligheid en orde in een groot land als China te kunnen bewaren. Kortom: om de Chinese Droom uit te laten komen, moet er wat vrijheid ingeleverd worden.

Pang sluit de avond af met een interessante overpeinzing over de oorsprong van de huidige westerse scepsis ten opzichte van China. “Misschien zien we onze eigen toekomst als we naar China kijken. En dat boezemt angst in.” Want ook in Nederland merken we dat we in de naam van nationale veiligheid steeds meer vrijheid inleveren, zoals onder andere met de invoering van de sleepwet is gebeurd. Is de Chinese droom een westerse nachtmerrie?

Dit artikel van Pascalle Heijligenberg (stagiair) verscheen eerde op Studium Generale Utrecht.

0

Reacties (1)

#1 Amateur Commenter

Helaas zoals vaak gezien met comunistisch-autoritaire dromen, is het feit dat er veel praatjes worden gehouden en ondertussen er heel veel doden vallen om het plaatje voor een klein groepje eliten waar te maken. Deng heeft de zet gemaakt om communisme economisch haalbaar te maken, ik zou graag zien dat ze dit qua humanitaire rechten ook behalen. Het collectief mag misschien boven het individu hangen in China, maar dat is nog steeds geen reden om de onderkant, de dissidenten, en de nieuwkomers als slachtafval naast de weg te zetten.