7.000.000.000 (Deel 2)

Foto: copyright ok. Gecheckt 29-09-2022
Serie:

Deze week heeft onze planeet haar zeven miljardste bewoner erbij gekregen. Een mooie aanleiding om een oud artikel over Robert Malthus (1766-1834), demografie en het ontstaan van de sociale wetenschappen af te stoffen. Malthus is als een van de weinigen erin geslaagd het natuurwetenschappelijke, wetmatige verklaringsmodel toe te passen in de menswetenschappen. Dit stuk bestaat uit zeven delen en verscheen eerder in 2007 in Filosofie en bedrijf.

Natuurwetten en menswetenschappen

Om het revolutionaire karakter van Malthus’ vorm van wetenschapsbeoefening te begrijpen, moeten we een flinke stap terugdoen in de tijd en ons bezighouden met enkele oude antwoorden op de vraag hoe we kunnen weten dat iets waar is.

In de Middeleeuwen bestond daarover geen twijfel. Alles wat in de bijbel stond, was waar. Als daarin over een bepaald onderwerp niets te lezen viel, kon men terecht bij een van de christelijke filosofen uit de Late Oudheid en als ook zij het antwoord schuldig bleven, dan waren er nog de Griekse en Romeinse geleerden. De middeleeuwers deden dus weinig om zelf kennis te vergaren, maar zochten het bij grotere deskundigen. De twaalfde-eeuwse filosoof Bernard van Chartres zei dat wij zijn als dwergen, terechtgekomen op de schouders van reuzen. Wanneer we meer of verder kunnen zien dan zij, is het in geen geval door de scherpte van onze eigen blik of onze fysieke kwaliteiten, maar omdat we omhoog worden getild en zo de reuzenhoogte overtreffen.

Helaas bleven er vragen over waarop de middeleeuwer geen antwoord kon vinden in de autoritatieve teksten. Om die op te lossen bedienden de middeleeuwse geleerden zich van syllogismen, die we gemakshalve kunnen beschouwen als ‘optelsommen’ van algemene en specifieke beweringen. Ze combineerden dan een aan een andere erkende autoriteit ontleende algemene bewering (Alle mensen moeten zeker sterven) met een specifieke bewering (Graaf Floris V van Holland is een mens), en trokken vervolgens een conclusie (Floris zal zeker sterven). Dit laatste viel noch in de bijbel, noch bij de kerkvaders, noch bij de antieke auteurs te lezen, en toch was het waar.

Aan het einde van de vijftiende eeuw constateerden de Europese geleerden dat dit elegante systeem van waarheidsvinding mankementen vertoonde. De bijbel mocht dan wel een heilig boek zijn, hij was niet compleet. De grote catalogus van alle volken op aarde in Genesis legde bijvoorbeeld niet uit waarvandaan de inheemse bewoners van Amerika kwamen. Verder bleek ook de tot dan toe onfeilbaar geachte Griekse filosoof Aristoteles te kunnen dwalen, want hij had zich vergist toen hij schreef dat geen mens de hitte aan de evenaar kon overleven.

De autoriteiten konden er dus naast zitten, en dat maakte de vraag actueel hoe je kon weten of de algemene bewering waarmee een syllogisme begon, waar was. De Florentijnse geleerde Galileo Galilei (1564-1642) formuleerde het antwoord dat in onze ogen het enige juiste is: door veel waarnemingen te doen en daarin regelmatige patronen proberen te ontdekken. In de loop van de geschiedenis is elk mens doodgegaan, dus we mogen aannemen dat Alle mensen zijn sterfelijk een natuurwet is. Een minder obligaat voorbeeld is de zogeheten Valwet van Galilei: Alle losgelaten voorwerpen vallen met een eenparige versnelling. Wanneer Galilei dus de waarheid van een algemene bewering wilde vaststellen, keek hij niet in de bijbel of een oud boek, maar naar de natuur zelf. In onze ogen vanzelfsprekend, destijds revolutionair.

Sinds Galilei hebben natuurkundigen talloze wetmatigheden opgespoord. De belangrijkste geleerde was Isaac Newton (1643-1727), die dankzij talloze waarnemingen de Zwaartekrachtwet kon formuleren en daarmee als eerste de banen van de hemellichamen nauwkeurig wist te beschrijven.

Terug naar Malthus. Lange tijd had men gedacht dat de vrije wil van de mensen het onmogelijk maakte voorspellingen over hen te doen door middel van natuurwetten. Malthus bewees met zijn bevolkingswet het tegendeel. Weliswaar was de snelheid waarmee de bevolking groeide niet in alle samenlevingen gelijk, maar ze groeide wel altijd en overal exponentieel.

(Wordt vervolgd)

Lees deel 1 hier.

Reacties (2)

#1 Kwartje Valt

Dus Newton was de reïncarnatie van Galileo.

  • Volgende discussie
#2 Bismarck

“De belangrijkste geleerde was Isaac Newton (1643-1727), die dankzij talloze waarnemingen de Zwaartekrachtwet kon formuleren en daarmee als eerste de banen van de hemellichamen nauwkeurig wist te beschrijven.”

En ook wel belangrijk: voorspellingen van die banen mogelijk maakte. Daarmee zijn later hele cohorten wiskundigen groot geworden.

  • Vorige discussie