“Sommige ideologieën zijn nu eenmaal ietsje gevaarlijker dan andere”

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een gastbijdrage van Tjerk Muller.

Hoe gevaarlijk is het monotheïsme? In de Rotterdamse Arminiuskerk gingen Paul Cliteur (rechtsfilosoof), Willem Schinkel (socioloog) en Marc de Kesel (theoloog en filosoof) afgelopen donderdagavond ten overstaan van een afgeladen zaal over deze vraag in discussie. Organisatie van dit ‘Denkcafé’ was in handen van Arminius, een Rotterdams podium voor kunst, cultuur en debat.

Cliteur deed de afgelopen maanden van zich spreken met twee boeken, waarin hij de stelling opwerpt dat religieus geïnspireerd geweld rechtstreeks terug te voeren valt op de bronteksten van de abrahamitische godsdiensten: ‘The Secular Outlook’ en ‘Het Monotheïstisch Dilemma’.

Daarin herleidt de liberale denker religieus terrorisme tot de “heteronome” moraal die bijbel en koran prediken, en houdt hij een pleidooi voor een seculiere overheid en het kweken van een publiek discours waarin geen van de participanten zijn moraal verabsoluteert. Dit pleidooi is nodig, meent Cliteur, omdat religieus terrorisme de open samenleving onder druk zet. De bestuurlijke elite reageert nogal eens door de eisen van radicalen schoorvoetend in te willigen, en de intellectuele elite zoekt de oorzaken van het conflict teveel bij het Westen zelf.

Waarom Cliteur net zoveel gewicht geeft aan het geweld van anti-abortusactivisten en Joodse fanatici als aan islamitische terreur, wilde debatleider Leon Verdonschot weten. Het aantal aanslagen op abortusartsen en –klinieken in de VS valt immers in het niet bij het aantal geweldplegingen door islamitische terroristen? “Nou, vlak de omvang van dat anti-abortusgeweld niet uit.” reageerde Cliteur. Maar bovenal intrigeerde hem de structurele overeenkomsten in de redeneerwijze van religieuze extremisten. “Of je nu naar Scott Roeder luistert, of Yigal Amir of Mohammed B., stuk voor stuk zeggen ze dezelfde dingen.”

Cliteur ziet in hun gezindheid een weerspiegeling van de verhalen van Pinechas die een volksgenoot doorboort omdat deze met een heidense meid ligt te vrijen, en in Abraham die beloond wordt omwille van zijn bereidheid zijn enige zoon aan God te offeren.

Sociologisch perspectief

Na een vraaggesprek van zo’n half uur met de Leidse hoogleraar mochten Willem Schinkel en Marc de Kesel inspringen om zijn betoog van de nodige kritische voetnoten te voorzien. Schinkel plaatste allereerst kanttekeningen bij Cliteurs onderzoeksvraag en methodologie. “Simpelweg afgaan op wat mensen zelf zeggen over waarom ze dingen doen, biedt niet echt een verklaring voor hun gedrag”, meent de Rotterdamse socioloog. “We weten uit de psychologische literatuur dat mensen zichzelf motieven toeschrijven voor wat ze doen. Maar dat is een legitimatie achteraf.” Schinkel wijst erop dat terroristen een bepaald profiel hebben dat zich sociologisch laat duiden. Zelfmoordterroristen zijn vaak goed opgeleide jonge mannen uit de middenklasse, uit landen waar dictators aan de macht zijn die het Westen daar helpt te blijven zitten.

Cliteur reageerde door te stellen dat Schinkel doet wat alle vakwetenschappers doen, namelijk de werkelijkheid reduceren tot hun eigen vakgebied, zij het de sociologie, psychologie of neurobiologie. Op de vraag vanuit welk paradigma hij ‘Het Monotheïstisch Dilemma’ dan wel had geschreven en of hij het als wetenschappelijk zou aanmerken, antwoordde Cliteur dat het werk “interdisciplinair” van aard was, en dat hij had gekozen voor een theologische benadering. Schinkel wierp tegen dat Cliteur, gezien zijn fundamentalistische leeswijze, dan toch een paar eeuwen achterliep bij de ontwikkelingen in de theologie.

Een traditie van de twijfel

De Vlaamse filosoof en godsdienstwetenschapper Marc de Kesel publiceerde afgelopen jaar ‘Goden breken, Essays over monotheïsme’. Naar zijn mening stapt Cliteur in zijn kritiek te gemakkelijk heen over diens eigen vooronderstellingen over wat monotheïsme nu eigenlijk inhoudt. Het polytheïsme, zegt De Kesel, draait erom een ‘economie van het bovenaardse’ te creëren, teneinde die naar eigen hand te zetten. Pas met de komst van het monotheïsme wordt de vraag naar de waarheid in de religie geïntroduceerd. “Vóór de komst van het monotheïsme was de vraag naar ware goden of valse goden een onzinnige vraag. Het monotheïsme zegt daarop: niet wat jij denkt dat god is, is God: alleen God is God.”

De abrahamitische godsdiensten houden volgens De Kesel dan ook een voortdurende kritische reflectie in op de antwoorden die gegeven worden op de godsvraag. Hij wijst erop dat de naam Israël zelf ‘worstelen met God’ betekent. “Wij hebben van het monotheïsme een doctrine gemaakt, waar je in gelooft of niet”, stelt De Kesel. “Dat is de introductie van de moderniteit in de religie. Waar de waarheid binnenkomt als iets dat je zeker weet.” In hun kijk op het godsgeloof lijken Cliteur en Osama Bin Laden dan ook meer op elkaar dan beiden lief is, meent hij. Bin Laden is volgens De Kesel geen traditionele moslim, maar een moderne gelovige. Wie het fundamentalisme ideologisch wil verslaan, moet de godsdienst zijns inziens vanuit haar eigen kritische traditie benaderen: “Je moet de monotheïstische kritiek op wat wij denken dat God is, tot uitgangspunt nemen in de discussie.” Niet in de laatste plaats omdat het denken vanuit de autonomie een illusie is: “Een kritische houding kan niet gefundeerd zijn in het autonome zelf,” aldus De Kesel, “Het heeft een traditie nodig.”.

Het kalifaat komt eraan?

Het was een enkeling in de zaal allemaal te weinig islamkritisch. Of men het boek ‘Eurabia: the euro-arab axis’ niet had gelezen? Daaruit kon men weten dat moslims er op uit waren Europa te overspoelen en hier het kalifaat te stichten. Geen van de sprekers voelde er veel voor hierin mee te gaan. Wel wilde Cliteur erover kwijt dat hij vond dat waarden als secularisme en liberalisme stukken krachtiger verdedigd konden worden. Op Schinkels opmerking dat het juist in naam van dat secularisme en liberalisme was, dat er zojuist twee grote oorlogen en mensenrechtenschendingen waren gepleegd, en dat het Westen haar eigen waarden dus te weinig serieus neemt, sloot Cliteur af met de woorden: “Toch blijf ik erbij dat sommige ideologieën ietsje gevaarlijker zijn dan andere.”

Reacties (6)

#1 qwerty

Moeten we nu gaan discussiëren over een weergave – van een derde – van een discussie tussen drie heren en een zaal? Kunnen we niet wat oorspronkelijk denken gaan introduceren?

  • Volgende discussie
#2 Pfft

@1
Een discussie tussen drie heren EN een zaal lijkt me van een bijzonderlijk oorspronkelijke gedachtenis afkomstig.
Nog een glaasje absinthe? My dear?

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Anton

En sommige monotheïstische ideologieën zijn nu eenmaal ietsje gevaarlijker dan anderen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 AB

Een uitspraak van Cliteur zonder historisch besef. Kijk naar wat mensen doen, niet naar de “objectieve” inhoud van hun lievelingsboek.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 KJ

@AB; Er zit een ruimte tussen ‘wat mensen doen’ en ‘wat er in het boek staat’; die ruimte wordt ingenomen door de uitleggers.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6 Fred Versteeg

Tja, hoewel niet religieus geïnspireerd. hebben polytheïstische culturen (India, Griekenland/Macedonië, Romeinse Rijk) er ook nooit veel moeite mee gehad anderen te onderwerpen, te onderdrukken en als slaven te verkopen. Ook onder atheïsten lopen vredelievende en gewelddadige mensen rond, al dan niet met een ideologie.
Kortom, zijn religie en andere wereldbeschouwingen werkelijk de oorzaak van geweld en terrorisme, of zijn er altijd mensen en groepen die elk geloof of ideologie zullen aangrijpen om hun bloeddorst te kunnen stillen?

  • Vorige discussie